Amerikaans (pool) biljart

Amerikaans poolbiljart - een korte blik in de geschiedenis


In de jaren 1840 werd de term pool meestal gebruikt voor kansspelen. Maar al gauw vestigde zich deze term voor de Amerikaanse vorm van biljart.


Deze populaire spelvorm wordt vaak in pubs of biljartcafés gespeeld - de oorsprong ligt in het Engelse biljart, dat ook de voorloper van snooker is.


Meer informatie over de verschillende spelvormen kunt u in onze blogposts lezen:


  • Spelregels Engels snooker

  • carambole-biljart

  • Engels biljart/Engels pool


  • Spelregels van Amerikaans poolbiljart


    Amerikaans (pool)biljart speelt men met één witte speelbal en 15 gekleurde en genummerde objectballen. De startopstelling van de objectballen op debiljarttafel geschiedt volgens de diagrammen aan de linkerkant (8-ball in het midden).


    Voordat het spel begint, moet bepaald worden, welke speler de aanvangsstoot mag doen: beide spelers leggen een objectbal op de basislijn, ieder aan zijn eigen kant van de tafel. Het wegspelen gebeurt tegelijkertijd De speler die de bal via de voetband het dichtst terug naar de hoofdband kan spelen, mag bepalen wie de aanvangsstoot uitvoert. Als de objectbal daarbij een van de lange banden of de lange lijn raakt of zelfs wordt gepot, heeft deze speler de aanvangsstoot verloren.



    Bij Amerikaans biljart zijn verschillende spelvarianten mogelijk, afhankelijk van de biljartdiscipline. Hieronder stellen wij u drie spelvormen en hun regels voor.



    8-Ball


    Elke speler speelt één ballenreeks, of de nummers 1-7 (vol gekleurde ballen) of de nummers 9-15 (gestreepte ballen) en moet van te voren aankondigen, in welke pocket hij gaat spelen (call-shot). Degene die zijn reeks het eerste in de pockets heeft weggespeeld en uiteindelijk de 8-bal in de aangewezen pocket heeft gespeeld, heeft het spel gewonnen.


    De aanvangsstoot (acquitstoot) komt uit het hoofdveld. Als de speler erin slaagt om een of meer ballen te potten, heeft hij nog vrije kleurkeuze, maar moet hij de volgende bal en de gekozen pocket aankondigen. Als er geen bal in een pocket landt, is de tegenspeler aan de beurt en kan hij een willekeurige bal (behalve nr. 8) met aankondiging wegspelen.


    De aangegeven bal bepaalt de kleur van de ballenreeks als deze op correcte wijze wordt gepot. Na een foul heeft de tegenstander bal in hand - d.w.z. hij mag de speelbal ergens op het speelveld plaatsen en het spel van daaruit voortzetten (uitzondering: aanstootfoul). De "witte" bal wordt vanuit het hoofdveld gespeeld.



    Er is sprake van een foul als:


  • geen bal een band geraakt heeft of in de pocket valt

  • een bal van tafel rolt

  • eerst een bal van de tegenstander wordt aangespeeld

  • de "witte" bal in een pocket wordt gespeeld

  • Het spel is verloren als:


  • de 8 voortijdig wordt gepot, behalve bij de acquitstoot

  • die 8 van tafel springt, behalve bij de acquitstoot

  • de 8 met een foul in een pocket wordt gespeeld

  • de 8 in een andere dan de aangegeven pocket wordt gepot



  • 9-Ball


    Het wordt gespeeld met één witte en negen gekleurde ballen, die zijn genummerd van 1-9. Het doel van het spel is om de bal met nummer 9 te potten. Het is niet nodig om aan te geven welke ballen in welke pockets gespeeld zullen worden. De acquitstoot wordt vanuit het hoofdveld gespeeld. De ballen worden opgesteld in de vorm van een ruit met bal nummer 9 in het midden. De voorste bal met nummer 1 ligt op het voetpunt. Alle andere ballen kunnen naar wens geplaatst worden.



    Zolang een speler de bal met het laagste nummer het eerst raakt en een of meer ballen in een van de pockets speelt, blijft hij aan de beurt. De speler die na de aanvangsstoot de volgende stoot uitvoert, kan een push-out spelen. De witte bal hoeft daarbij geen enkele objectbal of band aan te raken, maar mag wel elke willekeurige objectbal raken. Een push-out moet worden aangegeven.

    Elke bal die daarbij wordt weggespeeld, blijft gepot (uitzondering: de 9-bal wordt weer terug op het voetpunt geplaatst). Na een Push-Out kan de tegenstander de beurt overnemen of teruggeven aan de speler die de "push-out" heeft gespeeld. Het spel is gewonnen zodra een van de spelers erin slaagt de "9" zonder een foul in een van de pockets te spelen. Als een speler een foul speelt, is de tegenstander aan de beurt. Dan wordt de "witte bal" ergens op tafel gelegd een van daaruit wordt dan doorgespeeld. Het spel is verloren als een speler drie keer na elkaar een foul maakt.



    14/1-eindeloos


    De poolballen worden in een driehoek naar wens geplaatst (bij de aanvangsstoot liggen de 1- en 5-bal in de achterste hoeken) en met de voorste bal op het voetpunt gezet.


    De speler moet de bal en de pocket die hij gaat aanspelen voor de stoot aankondigen. Elke correct gepotte bal is 1 punt waard. Men speelt om een vooraf afgesproken puntenaantal (bijvoorbeeld 100 punten).


    De safety-shot


    De acquitstoot wordt vanuit het hoofdveld gespeeld. Het spel kan op twee manieren worden geopend: Door een safety shot of aankondiging van een objectbal en een pocket.


    Safety shot betekent dat het ballendriehoek moet worden aangespeeld. Hierbij moeten de speelbal en ten minste twee objectballen een band raken. Als dit mislukt, krijgt de speler twee minpunten. De speler die nu aan de beurt is, kan verlangen dat de tegenstander de aanvangsstoot herhaalt. Wanneer een stoot met aankondiging slaagt - d.w.z. een objectbal in een aangegeven pocket wordt gespeeld - mag het spel worden voortgezet.


    Als deze stoot niet lukt, maar als aan de regels van de safety shot wordt voldaan, moet de tegenstander de situatie overnemen zoals die op tafel ligt. De eerste 14 ballen worden gespeeld. Voordat de 15e objectbal wordt gespeeld, worden de 14 gepotte ballen weer in het triangel opgebouwd. Hierbij wordt de plaats van de voorste bal vrijgelaten. Daarna wordt het spel voortgezet met een willekeurige objectbal. Zodra een speler het vooraf vastgelegde aantal punten heeft bereikt, heeft hij het spel gewonnen.



    Deze regel is een vereenvoudigde interpretatie van het reglement van de WPA (World Pool-Billiard Association).



    Amerikaans Poolbiljart: De uitrusting


    biljarttafels voor poolbiljart vindt u meestal in kroegen en biljartcafés. Deze uitvoeringen hebben altijd zes pockets waarin de biljartballen worden gepot.


    Volgens het reglement van officiële biljartverenigingen is de grootte van wedstrijdtafels vastgelegd op 8- en 9 ft. Voor thuisgebruik of andere recreatiefaciliteiten zijn er ook biljarttafels in andere formaten en uitvoeringen.


    Ook in onze winkel krijgt u biljarttafels in verschillende maten, met verschillende ontwerpen en zelfs voor verschillende spelvormen.

    "